Eindelijk is het dan zover, mijn ouders komen. Ik heb er wel even op moeten wachten: acht maanden! Het is heerlijk ze weer te zien. Ze blijven drie weken en in die tijd moeten we een behoorlijke afstand afleggen: 1000 mijl. Van St Maarten via de British Virgin Islands en de Turks & Caicos Islands, naar Nassau in de Bahamas. Het klinkt allemaal zo mooi, dat je makkelijk kan vergeten dat de afstand ongeveer net zo ver is als IJmuiden Lissabon.
De eerste dag na aankomst maken we met zn drieën een tour rond het eiland met een auto-tje. Hidde blijft aan boord om de uitlaat van de motor te vervangen. Opvallend is de troep langs de weg, met name in het Nederlandse deel. Philipsburg is leuk en druk met cruisegangers. Via Grand Anse, waar we op het strand lunchen en zwemmen in zee, rijden we naar Marigot. We hebben hier met Hidde, Bob en Karen afgesproken om Ajax Arsenal te kijken. Helaas heeft ESPN gekozen voor de andere wedstrijd in de poule, Valencia Roma. We moeten het met korte beelden van alleen de goals doen.
De volgende dag gaan we naar Anguilla. Voor vertrek bekijken we het weerbericht en zien dat de passaatwind het de komende dagen volledig laat afweten. We besluiten nog snel even diesel bij te tanken. Hierdoor moeten we wel de koffie op de Heavy Lady missen. We zien Bob en Karen pas weer in de Azoren.
Met spinaker op zeilen we in een paar uurtjes naar Anguilla. Ik had nooit gedacht dat we die spi ooit nog uit de zak zouden halen deze reis. Ik word gek als ik terug denk aan de Heineken Regatta met die klapperende spinnaker als we weer eens uit het roer gelopen zijn met 25 knopen wind. Ik dacht dat de spi met mast en al naar beneden zou komen. Maar met dit lichte windje is het eigenlijk weer prachtig. We liggen alleen in Little Bay, waar we meteen die mooie snorkelplek aan mijn ouders laten zien (we waren hier ook met Willem en Monja). Het is even wennen in het begin, maar met name pappa vindt de onderwaterwereld prachtig. Vlak voor hem duikt een pelikaan naar een vis.

  
s Avonds willen we de Eastern Carribean dollars uit het half vergane Giro-envelopje van mijn grootvader opmaken in Roys Place. Als we het geld laten zien, begint de Anguillaanse serveerster hard te lachen. Wat een oud geld! Toevallig zit de directeur van de bank ook in het restaurant te eten. Met al onze biljetten gaat ze naar hem toe en vraagt of ze het kan accepteren. Helaas, we moeten het opsturen naar de Eastern Carribean Central Bank in St Kitts. Leuk idee, maar wij moeten gewoon in US dollars afrekenen.
Op een volledig blakke zee (geen wind waardoor het water spiegelglad is) motoren we in twee uurtjes naar Dog Island, een klein eilandje ten noorden van Anguilla. Op 20 meter diepte kunnen we de bodem nog zien. We kijken of we vissen of schildpadden voorbij zien komen.

Voor Dog Island liggen we weer als enige, een prachtig wit strand voor ons alleen. Al snorkelend naar dit strand, zien we voor het eerst een pijlstaartrog. Hid leeft zich uit op het strand door wat sprintjes heen en weer te trekken.


Om 18.00 uur maken we ons klaar voor vertrek naar de British Virgin Islands (BVI): ruim 70 mijl. Het is nog steeds erg rustig weer, dus het lijkt een nachtje motoren te worden. Er is bijna geen maan en een prachtige sterrenhemel. Mijn ouders zijn helemaal gedesoriënteerd nu de sterren(beelden) allemaal anders staan dan in Europa. Gelukkig heeft pappa een computer programma meegenomen, waar alle sterren benoemd staan die je vanaf je ingevoerde positie op dat moment kan zien. Zo vonden we naast de makkelijk te herkennen Orion en de steelpan, ook de planeten Jupiter en Saturnus, de sterren Sirius, Castor en Pollux, Aldebaran, Corvus en Canopus. Pappa zag zelfs het Zuiderkruis?!
Vanaf 03.00 uur gaat de motor uit en kunnen we zeilen. We gaan dan ineens zo snel, dat we weer eens moeten afremmen om niet in het donker aan te komen. In het ochtendlicht varen we tussen de riffen Virgin Gorda binnen, een prachtige, grote en hele beschutte baai. Op de kant, waar alles mooi aangelegd is, horen we dat de door ons gevangen vis (een Blue Runner) niet gegeten kan worden vanwege gevaar op vergiftiging (ciguatera). Jammer voor ons en helaas voor hem. Hij was al gefileerd.

 De volgende dag zeilen we voor de wind naar Baths. Een hele toeristische plek waar grote Jura rotsen langs de kust liggen. In de boekjes staat dit beschreven als een must-see, maar wij betwijfelen of de rotsen nou echt zo bijzonder zullen zijn. Met de dinghy gaan we naar de kant en lopen door, tussen en onder de rotsen door, toch eigenlijk wel heel erg mooi! Zeker de moeite waard. 

Dan door naar de hoofdstad van Tortola, Road Harbour, waar we voor anker gaan. Hier wilden we de leuke West-Indische huisjes zien én kaarten kopen van de Turks & Caicos. Beide lukt niet. Ze weten hier niet eens dat de Turks & Caicos eilanden bestaan. Verder is het veel vergane glorie. We zeilen de volgende dag tussen Tortola (Brits) en St Johns (Amerikaans) naar het eiland Jost van Dyke, genaamd naar een Nederlandse piraat. We halen met jerry cans water voor de grote oversteek naar de Turks & Caicos, 490 mijl. s Avonds eten we bij Foxys, een schitterend restaurant op het strand dat vol hangt met allerlei gadgets van bezoekers (T-shirts, vlaggen, business cards, fotos etc).
De BVI is een prachtig zeilgebied, heel beschut en eindeloos veel baaitjes. We kunnen er helaas niet lang blijven, maar hebben toch een paar mooie plekjes gezien.   De volgende dag, 25 maart, vertrekken we naar de Turks & Caicos. Mijn ouders zijn nu een week aan boord. In onze verslagen hebben ze regelmatig gelezen over de prachtige en vaak zelfs overmatige wind. Nu is het al een week knudde en ook de vooruitzichten zijn slecht. Het lijkt erop dat we de komende vier etmalen moeten motorsailen. Niet echt aantrekkelijk. Bovendien hebben we niet eens voldoende diesel om het hele stuk op de motor af te leggen. Na lang wikken en wegen besluiten we toch af te buigen naar St Thomas om extra diesel te halen. Hopelijk zullen we het niet nodig hebben, maar het is toch prettig om te weten dat het eventueel kan. Zonder in en uit te klaren, halen we snel diesel en vertrekken om 13.00 uur weer uit de American Yacht Harbour. Er is inmiddels iets van wind, dus met spinnaker op zeilen we van de eilanden weg. Om 17.00 uur hebben we beet en hoe. En grote black fin tuna van ca 8 kilo! De grootste tot nu toe. Gelukkig weten we dat je tonijn kunt eten, geen gevaar voor vergiftiging.
 Dan moet toch de motor aan. Van Herb, de weerman uit Canada waar we ook tijdens de grote oversteek naar luisterden, horen we dat we 2 frontjes overkrijgen. Dat betekent dat er ook wind komt! Nog voor het eerste frontje lunchen we met heerlijke tonijnsteaks. Wat lekker. Glaasje wijn erbij, gedekte tafel in de kuip. Perfect
En dan, na bijna 24 uur, kan de motor weer uit, het eerste frontje kondigt zich aan. Enorme bewolking én wind. We wisselen van fok en zetten een rif in het grootzeil. s Nachts zien we grote cruiseschepen voorbij varen op weg naar de Caribbean. Om 02.00 uur zitten we ca 25 mijl van het diepste punt van de Atlantische Oceaan, namelijk 8.962 meter.


De derde dag zien we s middags een prachtige walvissen show, eerst witte spuiters en dan zien we ze aan de horizon uit het water springen om met een grote plons weer neer te komen. Over de reden voor dit rare gedrag doen verschillende verhalen de ronde. Het antwoord staat vast in het boek dat Hidde van mijn ouders heeft gekregen. Helaas ligt dat in Nederland. Netjes ingepakt met Kameleons, Winkler Prins en de Dikke Van Dalen.
Bij het pakken van een pak pasta ontdekken we dat onze hele voorraadkast onder de motten zitten, althans vliegende beestjes die op motten lijken. Ongedierte dus. We mesten voor tweede keer alle voorraadkasten uit en vinden op bijna elke zak pasta/rijst cocons van nieuwe motachtigen. Alles wordt zorgvuldig geïnspecteerd en schoongemaakt.
De vierde dag zien we weer walvissen, dit keer kleinere maar wel dichterbij: in onze hekgolf zien we ze door het water zwemmen. Op zich niet gek dat we hier zoveel walvissen zien. In januari, februari en maart paren er circa 7.000 Humpback whales in dit gebied. Ook denken we een lancering van een raket vanaf Cape Canaveral te zien.
We zetten de hengel weer uit en hebben al snel beet: een dorade. Voor het eerst dat we zo n mooie geel/blauwe dorade vangen. Hidde is geweldig in het aan boord halen en schoonmaken van de vis.

  
We bellen met de satteliet telefoon naar Turtle Cove Marina in de Turks & Caicos eilanden. Het is namelijk geen makkelijke haveningang en ook nog erg ondiep. Daarom vragen we of we een gids kunnen krijgen en hoe laat het precies hoog water is. Onze verwachte aankomsttijd is 7.00 uur. Ze zeggen dat er dan iemand klaar zal staan voor ons.
Die laatste nacht is erg onrustig. We schommelen enorm, worden getrakteerd op squall na squall (heftige bui met meestal regen en wind) en veel onweersflitsen. Daarom zijn we nu meestal met twee aan dek. Als het bijna licht is en we op het punt staan de marina op te roepen, komt er een enorme regenbui over ons heen. We zien de hele nacht al veel donkere wolken, maar tot nu toe is regen ons bespaart gebleven. Nu dus niet, wat een boel water en wind. Ik moet een skibril op zetten om nog wat te zien. Om stipt 7.00 uur roepen we met de marifoon onze gids op, geen reactie. Verrassend!? Na 30 keer oproepen, hebben we om 07.30 uur eindelijk contact. Hij zegt dat het weer eerst moet opklaren, wil hij naar buiten komen om ons binnen te leiden. Op de radar zien we dat de bui zich stabiliseert in onze baai. Hij beweegt geen centimeter. Hebben wij weer. Aangezien we geen gedetailleerde kaart van dit gebied hebben, moeten we het doen met een waypoint uit de cruising guide. Dat werkt achteraf prima, maar geeft vooraf wel wat onzekerheid. Inmiddels wordt het steeds lager water, zouden we er nog wel inkomen? Dan is het even wat helderder en zien we land. We roepen meteen de gids op met het idee dat het nu of nooit is. Hij komt! Volle kracht vooruit naar het waypoint! Met behulp van de handheld marifoon en het volgbootje worden we mooi tussen de riffen door naar binnen geleid.
 
 
Wat een rust ineens in de marina. Snel lekker douchen, terwijl de fokken en zeilpakken te drogen hangen. De (Amerikaanse) buurman vraagt bezorgd of we in de rainstorm zaten. Ja dus. Het is best apart dit bounty island binnen te varen in regen en donkere wolken zonder zicht!

De volgende dag huren we een auto. Na uitslapen, maken we een tocht over het eiland. Provo zoals het eiland Providenciales genoemd wordt, is het meest westelijke eiland van de Turks & Caicos eilanden. Het is omgeven door riffen, waardoor de zee bij de stranden heel rustig is. Het water is turquoise en de stranden zijn verblindend wit (poedersuiker). De Turks & Caicos eilanden zijn geografisch gezien onderdeel van de Bahama banken, maar behoren niet tot de Bahamas. Ze zijn onderdeel van het Verenigd Koninkrijk. Toerisme is pas recent opgestart. Niet lang geleden was de slogan van de eilanden nog: "Where on earth are the Turks and Caicos?".
 

Het rondje eiland maakt duidelijk dat er nieuwe plannen zijn. Zonder al te veel gevoel zijn er aan de noordkant veel Amerikaanse resorts gebouwd. Over de oorspronkelijke infrastructuur heen zijn kaasrechte, soms geasfalteerde, wegen aangelegd. Verspreid over de rest van het eiland worden reusachtige villas gebouwd voor rijke Engelsen en Amerikanen. Hier en daar zie je de wat rommelige buurtjes van de lokale bevolking. Het is eiland bestaat voor het grootste gedeelte uit dorre bush-bush maar is omringt met prachtige stranden en turquoise water.

Aangezien er een front voorspeld is met windkracht 8 blijven we hier nog even liggen. Uiteindelijk kunnen we pas bijna een week later weer door. De harde wind en met name de hoge golven zorgen voor brekers in de Sellars Cut. Dit is de opening in het rif.
De dagen dat we verwaaid liggen, doen wat klusjes aan boord (heerlijk, zon handige vader en moeder), praten veel met al onze Amerikaanse lotgenoten over de weervoorspelling, we zwemmen, snorkelen en fietsen en we borrelen heel gezellig bij de aardige Amerikanen naast ons. Ze hebben al veel in de Bahamas gezeild en geven ons ook tips voor de Amerikaanse oostkust. Je merkt het waarschijnlijk al, heel veel Amerikaans. Ook hier op de Turks & Caicos eilanden.

We huren ook nog een keer een auto. Dit keer een 4 wheel drive. Hiermee kunnen we naar de mooie noordwest kust rijden. Het is erg gaaf, eerst door een mul zandpad met kuilen. Daarna over een slecht begaanbare rotsweg, met overal diepe gaten en steile heuvels. De jeep trekt ons er mooi doorheen. We komen uit op een prachtig strand, waar we in de grote brekers zwemmen.

Donderdag 3 april maken we ons klaar om weer door te gaan. Nog wat laatste klussen (Hidde en mamma poetsen de romp), nog een keer snorkelen (ook mamma vind het snorkelen nu leuk en mooi!?) en we tanken water en diesel. Klaar om morgen vroeg te vertrekken! We hebben nog maar weinig tijd. Op 7 april moeten we in Nassau zijn want 8 april vliegen pappa en mamma vanuit Nassau naar huis. Dat is nog ruim 350 mijl zeilen. We denken het te kunnen halen maar dan moet het wel mee zitten. In 1 keer naar het westelijke uiteinde van de Exuma Cays (310 mijl) en dan in een dagtocht naar Nassau.
De volgende ochtend kunnen we gelukkig echt weg. "The cut is wide open", zoals onze gids ons enthousiast meedeelt.

Nadat we uit de luwte van het eiland zijn, worden de golven steeds hoger, oplopend tot uitschieters van 5 meter! Heftig zeilen, maar gelukkig is het wel voor de wind. De voorspelde wind van 15 knopen blijkt ook iets meer te zijn: 20 25 knopen de eerste middag.


Die nacht wordt het helemaal heftig, in squalls krijgen we 33 knoop om onze oren (windkracht 8). Gelukkig uit de goede richting en we hebben weinig tuig op (alleen grootzeil met 2 reven). Wel gaan we behoorlijk op en neer. Na de eerste squall bellen we, midden in de nacht (02.00 uur), met de satteliettelefoon naar tante Attie, die 70 is geworden. Ze is helemaal verbaasd en zegt dat haar verjaardag nu al niet meer kapot kan (het is daar 09.00 uur).
Tot een uur of twee s middags waait het stevig door en is het bewolkt, maar dan breekt de zon door. We hebben daarna een prachtige, rustige dag én nacht. Een mooie sterrenhemel en met de autopilot aan is het heel relaxed zeilen. We komen zondagochtend op een perfect moment aan bij Highborne Cut, een passage tussen de Exuma Sound (met diep oceaan water) en de Exuma Bank (ondiep water). We hebben namelijk de zon in de rug, het is hoog water en slack (wisseling van het getij en dus nauwelijks stroom). Ideaal. Al eyeballend varen we tussen de ondieptes door naar onze ankerplaats.
Eyeball navigatie is niets meer dan het lezen van het water door op de punt te staan en te waarschuwen voor koraal-rotsen en ondieptes. Aan de kleur van het water kan je een beetje zien hoe diep het is en pikzwarte plekken duiden op coral heads, stukken koraal die soms maar 1 meter onder de oppervlakte zitten. Het klinkt heel moeilijk, maar het blijkt goed te doen.


Om 10.30 uur liggen we voor anker. Hid snorkelt naar het anker, dat goed ligt. Als hij net aan boord is gestapt, vraagt pap zich hardop af wat er langs de boot zwemt. Een haai!! Het zwemt rustig voorbij en komt nog even terug om vervolgens te verdwijnen richting het rif. Aaaah. Wel 1,5 meter lang. We durven niet meer te zwemmen rond de boot. Gelukkig is er een prachtig strandje dichtbij. We zwemmen er heerlijk en hebben echt het bounty gevoel. Al die kleuren van het water, prachtig! We gaan met de bijboot ook nog naar het haventje, waar we van een local horen dat deze haaisoort hun neighboorhood pet is en dus ongevaarlijk. Het was een nurse shark.
 
 
Daarna borrelen we heerlijk aan boord. Lekker om weer even rustig te liggen en echt genieten om hier met mijn ouders te liggen. Het is fijn dat we Nassau lijken te halen én dat ze ook nog iets van de Bahama-sfeer meekrijgen, want dit komt volgens mij wel echt in de buurt van paradise!
De volgende dag zeilen we met strak blauwe hemel en windje mee over de Great Bahama Bank naar Nassau. Het is alsof je door een zwembad zeilt, zulk helder water. Het is steeds 4 5 meter diep, maar doordat je de bodem zo goed ziet lijkt het nog veel ondieper. In het begin waren we dus voorzichtig en durfden we niet zo hard te gaan. Maar na een uurtje zeilen we met vol grootzeil en uitgeboomde genua tussen de coral heads door.

Om 15.30 uur zeilen we Nassau binnen. We hebben het gehaald! We gaan in de Nassau Yacht Haven liggen en eten heerlijk in de Poop Deck, een populair restaurant met uitzicht over de haven.

De volgende dag, na drie weken, gaan pappa en mamma al weer weg, jammer. Ondanks dat we een paar dagen verwaaid hebben gelegen op de Turks & Caicos eilanden, hebben we een fantastische tocht gehad. Heerlijk om ze weer wat langer te zien. Wij zijn altijd bemanning bij hun aan boord geweest, nu waren zij onze, voortreffelijke, bemanning! Voor ons heel fijn om te kunnen "klankborden" over van alles en nog wat en voor mijn ouders fijn om een keertje niet alles zelf te hoeven plannen en doen. Een groot succes dus.
Over drie dagen komen Jantien en Yves aan boord. Die dagen ertussen gebruiken we voor het uitzoeken en regelen van een visum voor de Verenigde staten (blijkt moeilijker dan verwacht en lukt voorlopig niet) en een nieuwe gasfles (lukt voorlopig ook niet). Wordt vervolgd!
-----------------------------------------------------------------------------
Annebeth vroeg mij (haar vader) dit verslag op de website te zetten met daarbij de mededeling: als je het leuk vind mag je nog wat aanvullen. Dat doen Marjan en ik graag.
Na jaren varen op ons eigen schip nu mee met Annebeth en Hidde op Jan Steen. Hoe zou dat zijn? Voor het eerst niet eindverantwoordelijk en varen op een ander schip? Vooral dat laatste viel in het begin niet mee. Onbeholpen strompelden we door de kuip, om het stuurwiel en over het bolle dek dat anders op de zeegang reageerde dan wij gewend waren. Maar wat een genoegen was het om Annebeth en Hidde bezig te zien. Vol enthousiasme, volledig op elkaar ingespeeld, snel en efficiënt. Gedreven zeilers die het liefst zelf sturen en elk moment gepord kunnen worden om zeilen te wisselen. Dag en nacht.
Startpunt van onze tocht was St Maarten. Annebeth en Hidde zaten al een tijd op dat eiland en we hadden een flinke tocht voor de boeg. In het vliegtuig zeiden wij tegen elkaar: "misschien moeten we maar snel vertrekken, Annebeth en Hidde zitten echt niet te wachten op weer een toeristisch tripje". Fout... Natuurlijk maakten wij de volgende een prachtige, oergezellige tocht over het eiland; dat was allemaal al lang geregeld. Heerlijk!
Wat ons opviel was de zorg van Annebeth en Hidde voor schip en bemanning. Voortdurend, maar bijna ongemerkt. Even een blok verzetten om te voorkomen dat iets schavielt, een duwtje tegen de zonnecel om meer licht te vangen, een blik op de dieptemeter, een extra veiligheidslijn om de passage langs het stuurwiel te vereenvoudigen, een zonnehoedje ("moet je echt even opzetten paps") etc. Voortdurend... een lijst zonder einde.
Strikt, in handhaving van basisregels. Altijd de bulletalie op de giek, alleen op wacht: vest, lijn, fluitje (nieuw voor ons) en nooit de kuip uit, elke 2 uur positie plotten op de kaart enz. Toen Marjan en ik vlak voor vertrek nog even met de bijboot aan land waren om brood te kopen zagen wij Hidde in de top van de mast: "voor een oversteek altijd het want controleren". Toen ik de eerste dag een glas schoon spoelde onder de kraan klonk plotseling verschrikt "paps, wat doe je nu!!? (even wennen aan de luxe van stromend water uit de kraan).
Toen Hidde aan het einde van de nacht in een stortbui met windstoten tevergeefs contact probeerde te maken met de havenmeester die ons binnen zou loodsen door een opening in het rif, viel het me op hoe ervaren ons duo is in het navigeren. Contact met de Marifoon lukte eerst niet. Het probleem werd met de portable marifoon gelokaliseerd en verholpen. De loods zei niet te kunnen uitvaren omdat hij ter plaatse onvoldoende zicht had. Met behulp van onze radar werd hij op de hoogte gehouden van de positie van de bui en op tijd gemaand om te vertrekken. Veel tijd was er trouwens niet meer te verliezen; het water begon al te zakken. Typisch een situatie waarin je alle hulpmiddelen moet inzetten om overzicht te houden en de regie te kunnen blijven voeren. Dat deden beiden voortreffelijk.
Tenslotte nog een aardig voorval. Toen wij verwaaid lagen werd er -zoals altijd- druk informatie uitgewisseld met buren en andere zeilers in de haven. Annebeth is daar erg goed in en pikt er de juiste informatie uit. Ik niet. Het is te vaak gezeur van mensen die proberen te rechtvaardigen waarom ze niet uitvaren. De avond voordat wij zouden vertrekken was het prijs. Iemand kwam langs om te vertellen dat het weerbericht op de lokale televisie "waarschuwde voor een gebied van lage druk dat mogelijk overgaat in een hurricane". Wat een ellende. Middernacht zaten Hidde en ik in een kroeg achter een soort fruitautomaat. Rechts doe je dollarbiljetten in een gleuf en waar normaal de appels en peren rondtollen, zit hier een klein traag computerschermpje. Ruim een uur later en 15 dollar lichter vonden wij het welletjes. Even een biertje en terug aan boord (de hurricane bleek ook later loos alarm).
|