
|
Jan Steen in de haven van Funchal met cruise ship op achtergrond |
Een paar weken met zijn tweeën. Sommige mensen verklaren ons voor gek dat we met zo veel bemanning zeilen, maar zelf zijn we erg blij met onze keuze. Nu zijn we weer ruim een maand alleen en onze bestemming is de Canarische Eilanden. Dat moet lukken.
Woensdag 2 oktober beginnen we om 12 uur precies aan onze oversteek naar Lanzerote. De wind komt uit het oosten en draait naar het noordoosten en, anders dan onze vorige tocht, gaan we heel voorspoedig van start.
We voelen ons een beetje ´zwakjes´. De avond ervoor hebben we nog heel gezellig bij onze achterburen geborreld, een Noors stel van onze leeftijd. Haar ouders, die al twee keer zon rondje hebben gezeild, waren aan boord en zaten goed in de sterke verhalen. We krijgen nog wat leuke tips over zelf brood bakken en vis vangen en ze raden ons aan te ankeren bij Isla Graciosa, een klein eilandje ten noorden van Lanzerote. Dit is dan ook ons eerste doel.
We gooien, na alle tips, meteen een lijntje uit en al na drie uur vissen hebben we beet! Een dorade denken we, maar het kan ook best een andere vis zijn. We weten er werkelijk helemaal niets van. Van te voren hadden we bepaald wie de vis van de haak zou halen als we beet hadden en wie hem of haar dood zou knuppelen. De keus was op Hidde gevallen. De vis is inmiddels aan boord en Hidde probeert´m met de lierhendel op zijn kop te slaan. Maar net zo makkelijk als we hem hadden gevangen, was de vis weer gevlogen. Hij springt net voor of door de genade klap over boord!

We hebben een schitterende middag en schieten lekker op. Het wordt snel donker en dan ook pikke donker, want er is geen maan. Tijdens de wachten lezen we wat of luisteren naar muziek. De wind is inmiddels naar het noordoosten gedraaid, dus gaan we met halve wind op ons doel af. Deze wind neemt op donderdag overdag steeds meer toe. We gaan dan ook heel hard en rekenen uit dat we op deze manier midden in de nacht aankomen. Dat lijkt ons niet handig, dus proberen we vaart te minderen door het grootzeil en de fok te verkleinen. Maar helaas, elke keer als we de zeilen wat verkleinen, neemt de wind een beetje toe en blijft de snelheid ongeveer gelijk (ca 8 knopen). Het was helemaal niet voorspeld dat het windkracht 6 zou worden. We roepen met de marifoon een passerend vrachtschip op voor een nieuw weerbericht. Hidde kletst wat met de bemanning en krijgt te horen that it will stay northeast 3 to 5. Op dat moment is het echter al 6 tot 7 dus it will stay slaat nergens op. Ondanks het aardige praatje zijn we een beetje geirriteerd, alsof die vent er wat aan kan doen. We zetten nog maar een rif in het grootzeil. De boot ligt dan ietsje rustiger, maar langzamer gaan we niet. Het wordt weer donker en de golven zijn inmiddels enorm. Ook al is het pikdonker en zie je ze niet aankomen, je voelt dat het enorme golven zijn die je van opzij ´aanvallen´. Het wordt een onrustig nachtje. We kunnen beiden niet slapen (wat een lawaai maakt die zee!). Om 1.00 uur houden we een scheepsraad. We hebben eigelijk niet zo´n zin om midden in de nacht met harde wind een potje te ankeren bij Isla Graciosa. We kijken naar alternatieven. Uiteindelijk besluiten we om de koers te verleggen en naar een haven te gaan in het zuiden van Lanzarote, Playa Blanca. Het is een beschutte en veilig aan te lopen haven, maar heeft weinig tot geen plek voor zeilboten. We gokken erop dat we langs een vissersboot kunnen liggen. Er zijn namelijk weinig aantrekkelijke alternatieven. Nu kunnen we ruimer gaan varen waardoor de golven meer van achter komen dan van opzij. We liggen een stuk rustiger nu!
De zon komt op en de wind doet er nog een tandje bij. Het is inmiddels windkracht 8 als we om 8.30 uur Playa Blanca binnenvaren. Er is inderdaad weinig plek. Na wat rondjes varen en ferry´s ontwijken in de haven, gebaart eindelijk iemand dat we naast de reddingsboot kunnen liggen. Met forse zijwind, lukt het Hidde heel knap om goed aan te leggen. We liggen!!
Pfoee, wat een tocht! We hadden verwacht dat het een ontspannen tochtje zou worden, maar niks van dat alles. Wel een record van 160 mijl in een etmaal!
De volgende twee dagen staan in het teken van onze ligplaats. We liggen, maar we liggen niet voor lang. De reddingsboot moet namelijk uitvaren om Afrikaanse immigranten uit zee op te pikken. We laten de reddingsboot er tussen uit en moeten verzinnen waar we dan gaan liggen. We hebben geen zin om de boot om de haverklap te moeten verleggen als de Cruz Roja weer op pad moet.
Hier zijn we de hele middag mee bezig. Het ene mannetje raadt ons aan om vóór de reddingsboot te gaan liggen, maar een ander mannetje zegt dat het daar te ondiep wordt voor ons bij laag water. Hij raadt ons aan om in het dok te gaan liggen, waar doordeweeks boten uit het water gehaald worden met een grote kraan. Na lang wikken en wegen denken we dat dit inderdaad de beste plek is met deze wind. We varen erin, maar toch niet helemaal. Door de zijwind en stroming rammen we met de zijkant van het schip de hoek van het dok. Dit is een met roestig ijzer bedekte betonnen constructie met hier en daar een uitstekende bout. Ons plastieke bootje kan dat niet echt waarderen en we verzekeren ons van een middagje plamuren, schuren en schilderen.
Om 17.00 ´s middags liggen we in ons eigen kleine haventje, het dok. Door het verval (verschil tussen hoog en laag water) van 2,5 meter lijkt het net alsof we met boot en al in de gevangenis liggen.

Dan begint het ´s nachts toch weer te waaien! Windstoten van 45 knopen (windkracht 9) komen voorbij en we gaan alle kanten op in ons dok. Door de harde wind zijn er elektriciteitsdraden uit de mast gekomen die als een idioot tikken tegen de mast. We controleren de landvasten elk uur op schavielen en kijken of de stootwillen nog goed hangen. Om 9.00 uur hijs ik, na een slapeloze nacht, Hidde de mast in om de elektriciteitsdraden weer terug te doen. Pas ´s middags neemt de wind iets af en doen we wat boodschappen in het toeristische, maar op zich nog aardige dorpje. Het is laag water geworden en kunnen niet meer van de kant op de boot komen want er zit geen trapje in onze gevangenis. We gooien de boodschappen van bovenaf op het dek en moeten zelf zwemmen van het strandje naar het zwemtrapje van onze boot. Het water wordt steeds lager en met de duikbril ziet Hidde dat er nog maar een paar centimeter water onder de kiel zit. Het gaat net goed gelukkig.
We eten aan boord en moeten wel erg lachen om deze rare situatie. We kijken allebei naar een drie meter hoge blinde muur. Alsof het nog niet genoeg is geweest, worden we die nacht weer uit onze slaap gehouden door opnieuw keiharde wind, 40 - 45 knopen. En dan om 5.30 uur horen we een enorme knal: ons landvast is gebroken! We knallen tegen de muur aan. We zijn er heel snel bij, dus de schade is beperkt. We hadden alle lijnen steeds gecontroleerd op schavielen, maar deze lijn schuurde op twee plaatsen langs het beton. Hij was helemaal doorgesleten. Met de hulp van een aangesnelde bewaker van de lokale Securicor leggen we een nieuwe voorlijn. Ik val bij het afduwen nog bijna tussen wal en schip...We moeten hier echt héél snel weg. Aaaaaahh! We wachten tot het licht wordt en de wind wat minder is en gaan dan snel naar een marina in Puerto Calero ook op Lanzarote. Waarom we dat niet meteen hebben gedaan? Ja, waarom hebben we dat niet meteen gedaan?
Eindelijk wat minder wind en een super mooie, relaxte marina. Nu kunnen we eindelijk uitrusten van de oversteek, want dat was er nog niet van gekomen! We mogen er drie dagen liggen (6, 7 en 8 oktober). Helaas niet langer want dan is er een regatta waardoor de marina vol is.
We doen het die drie dagen vooral erg rustig aan, doen wat klusjes (o.a. markeren van nieuwe ankerketting), borrelen een keer met een Noors echtpaar en huren een dag een auto´tje om het eiland te bekijken.

We vinden Lanzarote allebei heel boeiend. Ik vooral omdat het zo vreemd, anders en eigenlijk lelijk is. Hidde vindt dat het echt wel heel mooi is. Het vulkanische, de enorme kraters, pikzwarte akkers, de werken van César Manrique en de wijngaarden. Onbegrijpelijk hoe hier, op dat lava, druiven kunnen groeien. De wijngaarden zijn nogal anders dan gebruikelijk: op Lanzerote hebben ze geen wijnstokken maar wijnkuilen. Kuilen met een doorsnede van twee tot drie meter op pikzwarte akkers. In elke kuil zit een wijnstruik. Het is echt een heel apart gezicht.


|
Isla Graciosa |

|
Cesar Manrique |

|
´Wijnkuilen´ |

Na drie heerlijke dagen gaan we door naar Fuertaventura.

Op Lanzerote konden ze er al wat van maar hier is het nog wel een schepje er boven op: wedstrijd toerisme. Gigantische oorden met alleen maar appartementen, winkels en gelegenheden tot vreten, meestal precies zoals het thuis is (voor de engelsen, duitsers en nederlanders in ieder geval). Wat een tragisch gezicht om al die mensen te zien rondsjokken en langs de stands van alle dagactiviteiten te zien slenteren. Om een of andere vreemde reden hebben we de behoefte om een dag of vier mee te sjokken.
Mooi tijd om even wat mails te schrijven, krantjes te lezen en aan een nieuw boek te beginnen. Als het te warm wordt springen we even over boord. Het is een klein haventje en je kunt de bodem zien. We nemen daarom maar aan dat het schoon is.
We gaan nog een dagje met de bus naar het noorden van het eiland, waar een prachtig wit strand is. Roger, onze buurjongen in de haven, weer een Noor, gaat mee met zijn kite surfing gear (een snowboard en een enorme vlieger). Het is een schitterend gezicht. En kite surfen staat vanaf nu op het lijstje to do.

 
We ontmoeten die avond in de haven nog hele aardige Duitsers. We zijn beiden aangenaam verrast over het feit dat het zo goed klikt. Mischien is het de Bacardi. Zij doen met hun Swan 43 mee aan de ARC, de Atlantic Rally for Cruisers, een georganiseerde tocht van Las Palmas, Cran Canaria, naar St Lucia, Caribisch gebied. Aan deze ARC doen circa 260 boten mee die eind november vertrekken vanuit Las Palmas.
De volgende dag, zondag 13 oktober, is het weer tijd om door te hoppen. Het is alweer anderhalve week geleden dat we overstaken vanuit Madeira. We zijn helemaal lamlendig van de indolentie van Puerto Castillo en zijn blij dat we weer zeilen, op weg naar Puerto Mogan, Cran Canaria. Een oversteek van 120 mijl. We vertrekken pas om 14.00 uur, zodat we er zeker van zijn (ook met een gemiddelde van ruim 7 knopen) dat we de volgende dag in het licht aankomen. Het is prachtig zeilweer en hebben een ontspannen tocht.
We zien onderweg nog een haai, die langzaam naar onze boot zwemt en er dan als een haai vandoor gaat. We hadden al van anderen gehoord dat ze haaien gezien hadden, en ze vertelden ons dat het geen gevaarlijke haaien zijn. Het klinkt een beetje tegenstrijdig: "geen gevaarlijke haaien". Het is toch irritant als je achter de boot hangt op open zee en er komt zon ongevaarlijk haai langs.
Puerto Mogan, op Cran Canaria is een heel leuk klein haventje. Heel populair onder zeilers en dus bijna altijd vol. Maar we kunnen nog een prima plaatsje krijgen voor twee dagen.

  
We hebben het gevoel dat we de grootste drukte voor zijn; lekker! We borrelen en eten heel gezellig bij een paar Fransen aan boord. We eten hun zelf gevangen vis met wat Franse wijn erbij. Ze gaan ook naar de Kaap Verden en we filosoferen over wat ons daar te wachten staat. We hebben geen idee! We ontmoeten nu steeds meer mensen, wat erg gezellig is.

|
Cran Canaria |
Via Tenerife, waar we een nacht voor anker liggen, zeilen we naar La Gomera, een van de westelijkere eilanden. Onderweg zien we een heleboel walvissen! Geen enorme joekels, maar wel echte walvissen, erg gaaf!
We drinken onderweg naar La Gomera een glas wijn op de verjaardag van mamma net als mijn grootvader dat deed in 1974 tijdens zijn tocht naar het Caribisch gebied. Na een week op zee, op 17 oktober, schrijft grootvader: "Prachtige zonsopgang. Het is helder en toch niet te warm. Waspartij op achterdek. Druk met zonnetjes schieten. We controleren elkaar, zodat we redelijke positie krijgen. Blauwe Spi gezet en met soms matig NO wind lopen we steeds beter. Drinken ochtendsherry op Marjans verjaardag en s middags doen we het nog eens dunnetjes over met de wijn uit Hierro." Wij maken een foto en versturen deze nog die middag vanaf het internetcafe in La Gomera. Op de achtergrond zie je de Pico de Teide op Tenerife, de hoogste berg van Spanje, 3717 meter.

Donderdag 17 oktober, San Sebastian op La Gomera is weer een prachtige haven en een heel leuk dorpje. Maar eerst moet er gewerkt worden. Tijdens een van de vele rondjes boot ontdekt Hidde dat we geluk hebben gehad dat we de schroefas niet zijn verloren. De borgbouten waren losgetrild en de as zat niet meer vast aan de motor. Het klinkt zorgwekkend, maar Hidde weet het binnen no time weer te maken en ook de oorzaak te ontdekken. Wat heerlijk, zo´n handige vriend!
We huren de volgende dag weer een auto om dit prachtige eiland te bekijken. Het is een heel groen eiland met alleen maar bochtige bergweggetjes door schitterende valleien en bossen. We lunchen bij een prachtig (zwart) strandje. Het plan is om morgen nog een wandeling te gaan maken door deze subtropische bossen, maar door een klein griepje van mij, gaat dat niet door.

  
In plaats van wandelen wordt het uiteindelijk borrelen. Aan onze steiger ligt een Amerikaan, Mike, die met een Engelse vrouw, Sue, naar de Kaap Verden gaat. Daar krijgen ze Anne Hammick aan boord. Zij schrijft pilots, boeken met allerlei info over havens en ankerplaatsen over gebieden zoals bijvoorbeeld The Atlantic Islands. Ze komt in Kaap Verdië bij hen aan boord om een nieuwe editie te kunnen maken. We borrelen aan boord van de Jan Steen en kletsen over Kaap Verdië en over de kust van de Verenigde Staten, waar we in mei 2003 denken te zijn. Het is weer eens heel gezellig en we krijgen wederom veel tips.
Hidde redt ´s nachts nog een Engelsman van de verdrinking. Midden in de nacht horen we wat lawaai. Gepruts met lijnen en landvasten begeleid door net iets te hard gefluister. Het klinkt als een echtpaar dat een beetje kibbelt bij het vastleggen van een boot. In principe niets bijzonders, dat komt wel meer voor. "You shouldn´t drink so much!" was echter aanleiding voor Hid om eens te gaan kijken en hij vraagt of everything OK is. Met paniek in haar stem zegt een vrouw NO. Hidde sprint naar ze toe en haalt een dronken Engelsman uit het water, die dat zelf niet meer kon en te zwaar was voor zijn vrouw.
Dit weekend, 18 en 19 oktober, komt er een uitloper van een storm langs (met op zaterdag wat forse wind en regenbuien). Wij profiteren van deze uitloper door op zondag met de bijbehorende zuidwesten wind terug te zeilen naar Cran Canaria. Normaal is het hier altijd noordoosten wind waardoor we tegen stroom en wind in zou moeten varen naar Gran Canaria. Maar nu even niet.
We hebben dan ook een prachtige tocht! Iedereen in de haven van La Gomera verklaart ons voor gek dat we met dit onbestendige weer vertrekken, maar dit keer komt de windvoorspelling wel uit! We hebben de hele tocht (100 mijl) zuidwest 4 tot 5. Mooier kan bijna niet. Het gaat prachtig en worden bij zonsondergang getrakteerd op een waanzinnig mooie dolfijnenshow!! Een gelukje, net als er een dolfijn omhoog springt, maak ik een foto.

  
Op maandag om 2.00 uur s nachts komen we aan in Las Palmas, Cran Canaria. We drinken erg voldaan een glaasje wijn op deze mooie tocht. Hier, in Las Palmas, komt over een week onze bemanning (Joep, Jan Maarten en Cathelijn) voor de oversteek naar de Kaap Verden aan boord. We liggen hier mooi, het is een grote (half miljoen inwoners) en leuke stad en we hebben genoeg te doen. We gaan ons namelijk rustig voorbereiden op de 2 grote oversteken die gaan komen: boodschappen doen voor circa twee maanden en het lijstje to do helemaal afwerken.
De eerste geplande klusdag, dinsdag, valt in het water doordat we de avond daarvoor doorklappen met vier Denen. Die waren al dronken toen wij inhaakten en dat werd alleen maar erger. Wel een gezellige avond. Eerst op hun boot, toen naar de disco, een duik en daarna op onze boot. De helft van onze gasten valt uiteindelijk bij ons aan boord in slaap. De volgende dag was er een zoals we lang niet meer hebben gehad. Met een kater liggen we op de bank, eten chips als ontbijt, slapen dan nog wat en kijken een filmpje.
Woensdag wordt er hard gewerkt. En we werken onze to do lijst af. We zijn inmiddels ook temporarily members, ook wel Socios, geworden van de Club Maritimo. Die hebben een heerlijk zwembad, waar we elke dag een paar keer inplonsen. Heerlijk, op deze manier voorbereiden, met gelukkig alleen maar (een boel) kleine klusjes te doen.
De tijd vliegt en op donderdag besluiten we vast boodschappen te doen bij El Corte Ingles. We laden drie boodschappenwagentjes vol en vragen of ze zo vriendelijk willen zijn het de volgende dag even langs te brengen in de haven. Dat is geen probleem. Waar laten we al die rommel. We hebben ook al vier 22 liter - jerry cans met diesel, acht 30 liter - jerry cans met kraanwater, en dertig (!) 8 liter - vaatjes bronwater aan boord gesleept.

Iedereen vertelt ons dat je op de Kaap Verden niet veel meer dan vis, kip en een enkele peulvrucht kan krijgen dus waarschijnlijk is dit onze laatste kans tot Barbados. En dat is naar verwachting rond kerst. We laden daarom de boot tot de nok toe vol. Alles wat we nog kunnen krijgen onderweg is meegenomen.
Morgen nog even de laatste klusjes, zoals gezegd boodschappen inladen, de was wegbrengen en tenslotte dit verslag op internet zetten en dan zijn we helemaal klaar voor onze nieuwe bemanning. We weten niet of we op Kaap Verdie nog online kunnen zijn. Anders tot volgend jaar!
|